Wind in de haren
Door: Rowena K
Blijf op de hoogte en volg Rowena
17 Juni 2018 | Thailand, Chiang Mai
De avond ervoor hadden we vervoer geregeld naar Pai, een beloofd hippieland.
In de ochtend wandelden we nog naar een tempel wat omringd werd door stenen olifanten. Schoenen meerdere malen aan en uit getrokken gezien er meerdere tempels op het terrein stonden met in het centrum de Wat Chedi Luang. De bomen waren de boodschappers van iemand die als missie het overbrengen van boeddhistische idealen had. Ik vond de berichten nogal bedenkelijk. "Want to be a monk? Leave lust.” No thank you. Na de tempels bezochten we een smoothiebar voordat we met de open taxi naar de minibus werden gebracht en met de minibus naar Pai reden. Onderweg liepen de gemoederen hoog op toen een jongeman uit Israël (voormalig Palestina) zich bij onze groep voegde en vrolijk ging kletsen met de Amerikaanse jongen die met geboorterecht naar “Israël was geweest. Hij vond geboorterecht een geweldig systeem waar ik het dus niet mee eens was. Het leek alsof ze zich van geen kwaad bewust waren dus beschreef ik vriendelijk de gruwelen waar Israël zich schuldig aan maakt. Ik begon tranen in mijn ogen te krijgen dus heb ik het onderwerp van het gesprek na mijn punt maar veranderd, ik had geen zin om drie uur jankend en boos door te brengen. Misschien had het helemaal geen zin maar ik hoop dat het toch even hun ogen heeft geopend. Vijandigheid is niet een houding die ik als pacifist probeer aan te nemen dus was de rest van de rit wel aangenaam.
Aangekomen op de plaats van bestemming werden we het kantoor van Aya ingelokt met gratis WiFi. Ik zocht onze accommodatie op Google Maps en deze bleek zo’n negen kilometer van het dorpje vandaan te liggen. Ik baalde ervan dat we nog zo’n stuk moesten reizen en was doodsbang voor de scooters. We wandelden door de straatjes, aten wat en Amarens haalde me toch over twee van de scooters bij Aya te huren. Motors zijn geen probleem, daar heb ik ervaring mee, maar scooters zijn anders. We kregen zonder problemen de scooters mee. Zenuwachtig ging ik erop zitten terwijl ik Ammie angstig toefluisterde naar wat ik moest doen. Het was alsof ik bij een examen aan het afkijken was. Met mijn grote backpack op de rug reed ik bij het kantoor vandaan alsof ik het al jaren deed. Toch genoot ik er pas van toen we het dorp uitreden. Rechtdoor, links, rechts, over de brug, zeven kilometer met de weg mee tot de T-splitsing en dan nog een stukje naar rechts. Het waren eerder motors in vermomming dan scooters. Het was heerlijk om te rijden en ik was bijna verdrietig om aan te komen bij ons resort. Het Kalm Pai resort was idyllisch en we werden gastvrij onthaald en naar ons houten hutje gebracht. De lucht kleurde roze en omlijstte de bergen op de achtergrond van de rijstvelden. We namen de tijd om ons te settelen voordat we onze gemotoriseerde hengsten weer van stal haalden om terug naar het dorp te rijden. Het was weer een prachtige rit. We proefden allerlei heerlijkheden en een viezigheid, een glaasje kombucha die smaakte naar appelciderazijn. In de avond deden we een drankje met onze Amerikaanse minibus vrienden waar we verhalen hoorden over de Lod caves.
De Lod caves werden overal door paddestoelreisbureaus aangeboden maar wij bedachten dat we die 60 km ook wel op de motor konden doen.
In de motregen reden we naar huis terwijl we de talloze kikkers en padden probeerden te ontwijken. Ik dacht dat ik dat goed deed maar Ammie verpletterde die hoop net als dat ik een aantal kikkers had gedaan volgens haar.
We stonden vroeg op om de hot springs te bezoeken maar werden onderweg opgehouden door een roedel veel te schattige pups die zodra ze ons zagen kwamen aanrennen voor knuffels. Ze hoorden bij de hippie gemeenschap Nirwana die op de weg naar het natuurgebied met natuurlijke bronnen geplaatst was. Klang nodigde ons uit te blijven maar we zeiden later terug te komen. We wouden als eerste bij de bronnen zijn en dat was ons goed gelukt. Amarens was een schijtluis en durfde in de meeste baden niet eens een voetje te steken. Ik snap dat sentiment bij de bron waar ze eieren kookten maar de rest van de bronnen waren goed te doen. We waren de enige mensen maar stil was het er niet. De insecten waren luidruchtig met hun dagelijkse bezigheden. Het was goddelijk om mezelf in het natuurlijk warme water te laten zakken en met de stoom om me heen de natuur in te kijken. Ik had er de hele dag kunnen blijven als ik geen andere plannen had gehad.
We wandelden door het park en lieten ons drogen. De hippies waren niet verdwenen terwijl we hadden gebadderd en ontvingen ons met open armen. Ze lieten ons zien hoe ze daar leefden en voor minder dan 2 euro per nacht kon je er slapen op een matje of in een hangmat. Iedereen kookte er samen en het zag er best gezellig uit allemaal.
We reden terug naar het resort om ons om te kleden voordat we de tocht naar de Lod grotten zouden maken. Ik misplaatste mijn sleutels en ik kon ze maar niet vinden. Elk ritsje ging open, elk tasje op z’n kop maar de sleutels bleven verborgen. De brug en de grond eronder werden doorzocht door zelfs de eigenaresse en Amarens was ervan overtuigd dat ik de sleutel in de buddy had laten zitten voordat ik hem dichtklapte.
Ik geef mijzelf meer achting dan dat. Uiteindelijk vonden we ze achter de wasmand die was open geplukt door mijn roommate en konden we op weg. Ik was opgelucht dat we niet een metaaldetector hoefden te benuttigen om die krengen boven water te halen.
We hadden nog niet 5 kilometer gereden toen tijdens een daling, mijn telefoon/navigatie door een hobbel in de weg uit het vakje vloog en tussen mijn voeten belandde. Ik signaleerde naar links om Ammie te laten weten dat ik even moest stoppen. Ik had mijn telefoon net in de handen toen ik een schrapend geluid achter me hoorde. Ik keek om en zag Amarens een paar meter achter me op de grond liggen. Ik rende naar haar toe en hielp haar en de scooter omhoog. Ze had flinke schaafwonden, ze kon er toen nog wel om lachen. Ze zei dat de keus snel was gemaakt toen ze of tegen mij aan moest knallen, of zelf de val moest maken. Ik vroeg haar of ze terug naar huis wou of door met een stop voor wat pleisters.
Dit keer was ze toch best wel hard en dus reden we door. Bij een winkeltje die meer gevallenen had meegemaakt konden we alles vinden voor eerste hulp. Ik maakte de wonden schoon met water en vervolgens Betadine. De teen werd goed ingepakt en we reden verder.
Mijn telefoon had het warm en vond dat blijkbaar een uitstekend excuus om een duik te nemen in de enorme betonnen bak water die naast de wc stond met een groen plastic schepje om door te spoelen. Hoewel dat voor mijn telefoon een goed idee had geleken, was dat geen goed idee gebleken.
Bij een politiecontrole gebruikten we onze vrouwelijke charmes en vroegen naar de weg in de hoop dat ze ons niet naar onze internationale rijbewijzen zouden vragen. We hadden geluk en mochten doorrijden. Rare kronkelweggetjes volgden en toen we aankwamen bij de grotten besloten we eerst maar een Pad Thai te doen voordat we begonnen aan onze ontdekkingstocht. We kochten ons all-inclusive kaartje (drie grotten en een bamboebootbalade) bij een hutje en moesten een al oudere vrouw volgen die een ouderwetse lamp mee nam. We liepen door het bos en bij de ingang van de grotten hurkte ze bij het lampje en deed het schijnbaar op petroleum werkende ding aan. We volgden haar de duisternis in. Ze plukte op haar pad jonge zwaluwtjes van de grond en ‘plakte’ ze weer op de muur. Het enige licht kwam van dat lampje en het voelde geweldig primitief aan allemaal. We leken de enigen te zijn op dat moment terwijl ze ons wees op stalagmieten, stalactieten en andere mooi gevormde rotsen die op andere voorwerpen leken. Zo zagen we bevallige borsten en een grote krokodil. De slang die ze ons aanwees was niet van steen en dat vond Ammie niet zo tof. Het beestje was op jacht naar vleermuizen en dus niet in ons geïnteresseerd. Ik lachte Amarens uit maar zij lachte mij uit toen we beiden aan het eind schrokken van een sissend geluid. Het bleek de lamp te zijn en we konden er toen dat duidelijk werd beiden wel om lachen. Alle drie de grotten werden bezocht met een beetje moeite. Trappen op en af en toen kwamen we bij het water aan waar een meneer ons stond op te wachten met een smal vlotje. Ik stond versteld dat het ding bleef drijven met vier man. Het dreef alleen door de lege melkflessen die aan de onderkant van de bamboo waren vastgebonden. Het licht van het lampje liet ons de enorme vissen en andere schimmen zien die met de boot leken mee te zwemmen.
Toen we uit de grotten kwamen en onze ogen aan het licht waren gewend had ik al heimwee. Een georganiseerde reis had niet dezelfde ervaring kunnen geven. We namen afscheid van onze gids Noon en reden met onze trouwe tweewielers weer terug met een stop in het dorpje waar een vriendelijke dame ons eerder de weg had gewezen. Mijn telefoon was nog steeds nutteloos maar ik had vertrouwen dat mijn foon wel weer tot leven zou komen met een beetje tijd. We dronken onze smoothies op en reden verder. We gaven de controlepost mannen nog een grote glimlach en kwamen na zo’n anderhalf uur weer aan in Pai. We zochten een apotheek op na een hapje eten voor de tweedehulp.
Na weer een rondje reden we terug en relaxten we op het resort nog een beetje terwijl we plannen maakten voor de volgende dag.
Er was gewoon zoveel te doen in Pai en we hadden serieuze fomo (fear of missing out). Ik had het vervoer uitgedacht en we hadden een bus om drie uur in de middag die ons terug zou brengen naar Chiang Mai van waar we met de nachtbus naar Sukhothai zouden reizen. We hadden dus genoeg tijd om nog een paar excursies in te plannen. We zijn eerst naar de Mor Paeng waterval getrokken waarbij we langs een Chinees dorp kwamen en verschillende tempels. Een bijzondere tempel was volledig omringd met hanen beeldjes. De waterval was mooi maar we bleven er niet lang. We kwamen langs de memorial bridge en stopten bij Pai Canyon. Dit werd geadverteerd als plek om de zonsondergang te bekijken maar dan had je niet de rare fratsen kunnen uitvoeren die wij wel in the pocket hebben. Smalle weggetjes bewandelen met aan beide kanten afgrond, klimmen en klauteren over de rotsen om een nog mooier uitzicht te krijgen. Het was heel erg stimulerend.
We raakten aan de praat met een Spaanse jongeman uit Galicië terwijl we genoten van de vitamientjes uit de smoothie.
Ammie herinnerde me aan het feit dat we niet alle tijd van de wereld hadden en dus namen we afscheid. De dame bij het resort begreep niet zo goed waarom we al wouden uitchecken. Ze belde haar dochter op om weer te vertalen. We legden uit dat we geen refund wouden en dat we graag waren gebleven maar dat we een nachtbus naar Sukhothai zouden nemen. Ze begreep het en glimlachte ons toe. We bedankten haar meerdere malen in het Thai inclusief handgebaren en vertrokken. Met tijd over doken we nog snel de Om Gardens in voor een geweldige vega lunch met ditmaal een goede kombucha.
We stapten in dezelfde bus als waarmee we waren gekomen met ook dezelfde chauffeur die vond dat glimlachen nog steeds overbodig was.
Het was weer een lange rit waarbij we dit keer wel door meneer werden gezegend met een plaspauze. Chipjes en verse kokosnoot waren ook welkome versnaperingen.
We waren de laatsten om afgezet te worden in Chiang Mai en we kregen zowaar een glimlach bij het afscheid van de chauffeur. Hah!
We zouden onze kaartjes kopen en dan nog even de stad in, dat mocht niet zo zijn. Internet had verkeerde informatie gegeven en de meneren die voetbal keken in het hokje van de maatschappij waarmee we wouden reizen, zeiden dat hun laatste bus een kwartier geleden was vertrokken.
Ik vroeg of er geen andere maatschappijen waren en hij zei van niet. Ik herinnerde me dat Phitsanulok op de weg lag van Sukhothai en vroeg daarnaar. Daar was nog wel 1 bus van maar bij de andere terminal. Met alleen de klanken van de maatschappij renden we naar de andere busterminal. Ik kraamde wat ik dacht dat de naam van de maatschappij was uit en mensen wezen me naar een hokje iets verderop. Buiten adem met die grote rugzak op mijn rug vroeg ik of er nog plaats was in de bus richting Phitsanulok. Dat was er! De VIP Nachtbus, wat ik meer een avondbus vond gaf ons een zitplaats. De service was er beter dan in menig restaurant of vliegtuig. We kregen een doosje met lekkers, sap, water en een coupon. De coupon was voor tijdens de pauze bleek later. Veel mensen stapten er uit maar wij durfden niet uit angst dat ze met onze rugzakken zouden wegrijden. Een Engels sprekende meneer kwam binnen, zei ons dat het goed was maar dat als we niet naar buiten wouden, hij het eten voor ons zou halen. We gaven hem de coupons en hij kwam terug met nog meer lekkers en drinken. Hij wou geen geld aannemen voor deze dienst maar we stonden erop dat hij wat van ons aannam. Ik voelde me schuldig dat ik hem had laten lopen omdat ik zelf dom en onwetend was geweest. We reden verder en werden afgezet bij het juiste busstation in Phitsanulok. We kwamen daar rond twee uur in de ochtend aan waar we op een rare omslachtige manier werden geholpen aan kaartjes naar onze eindbestemming. We hoefden niet lang te wachten en de busreis duurde ongeveer een uur. Een ondeugende tuktukchauffeur wist dat hij een goede positie had als enige aanwezige bij het busstation in Sukhothai. Het was iets van half vier, we waren moe en wouden zonder moeilijk doen naar ons hostel. We stapten voor iets van 200 baht ( 5 euro) in de batmobile. Hij vertelde dat er altijd wel iemand aanwezig was bij de receptie. Hij wekte voor ons de jongeman die achter de receptie had geslapen en ons wel een extra nacht liet betalen voor de vroege check-in. We hadden het ervoor over. We waren stuk van de reis die om zo’n 13 uur ervoor was begonnen in Pai. We dumpten onze tassen, en doken in bed. We kletsten de adrenaline nog even van ons af en sloten onze ogen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley